Instantie
Kantonrechter Amsterdam
Samenvatting
Eiseres, werkzaam als telefoniste, vordert dat zij haar kind tijdens het
werk kan voeden. Zij baseert haar vordering op de Arbeidswet 1919 art. 11 lid
2 en op goed werkgeverschap(1638 z BW) en gelijke behandeling. Zij wil niet
geheel afhankelijk zijn van derden voor het halen en brengen van de baby, maar
het indien nodig op de werkplek in een aanwezige rustkamer laten verblijven
Van gedaagde krijgt zij wel tijd en gelegenheid het kind te voeden. De
rechter spreekt uit dat de werkgever hiermee voldoet aan zijn verplichtingen
Goed werkgeverschap kan wel aanpassing van de werktijden met zich mee
brengen
Volledige tekst
Rechters
Mr. J.A.L. Brada