Instantie
Kantonrechter Leiden
Samenvatting
Marokkaanse vrouw ondertekende een brief waaruit een accoord met haar
ontslag kon worden afgeleid. Zij wist echter niet precies wat zij
ondertekende omdat zij de nederlandse taal niet goed beheerste en haar werd
medegedeeld dat het ging om een “briefje voor de WW”
De procedure bij de kantonrechter is reeds gevoerd en verloren
BESLISSING RECHTENVROUW: Van met name veel buitenlandse vrouwen wordt
misbruik gemaakt door bedrijven die bekend staan om hun slechte
arbeidsvoorwaarden. Het bedrijf in casu had alleen turkse en marokkaanse
vrouwen in dienst
Afloop: er is hoger beroep ingesteld
Jaarverslag 1984 no. 2
Volledige tekst
OVERWEGENDE TEN AANZIEN DER FEITEN:
Eiseres stelt bij introductief request zoals wordt weergegeven op de
hieraan gehechte fotocopie daarvan en heeft ter dienende terechtzitting
conform de inhoud van dat request geconcludeerd voor eis, zulks onder
overlegging van 2 producties
Gedaagde heeft hierop geconcludeerd voor antwoord (met 1 productie),
waarna bij rolbeschikking een comparitie van partijen is bepaald
Op 23 december 1982 werd de comparitie van partijen gehouden, waarbij
geen regeling tot stand is gekomen
Hierna hebben partijen nog nadere conclusies genomen, de gedaagde onder
overlegging van 1 productie
De inhoud van de bovengenoemde stukken wordt geacht hier te zijn
ingelast en de uitspraak vervolgens bepaald op heden
OVERWEGENDE TEN AANZIEN VAN HET RECHT:
Tussen partijen staat het volgende als erkend of niet weersproken vast
Eiseres is op 19 april 1982 in dienst getreden van gedaagde met een
proeftijd van 8 weken. Tot haar werkzaamheden behoorde onder andere het
opsteken van sate en/of shaslick en staan voor het overige omschreven in de
schriftelijk aangegane arbeidsovereenkomst
Op 22 september 1982 werd het dienstverband door gedaagde beeindigd
Eiseres, die de marokkaanse nationaliteit bezit en geen Nederlands noch
Marokkaans kan lezen, heeft op 23 september 1982 een in de Nederlands taal
gestelde verklaring ondertekend, volgens welke zij met de beëindiging van het
dienstverband op 22 september 1982 instemt. Daaraan voorafgaand heeft een
werknemer van de bedrijfsvereniging voor het bakkersbedrijf (de heer V.),
welke vereniging de buitendienst werkzaamheden voor de bedrijfsvereniging “De
Samenwerking” verricht, in de Nederlands taal uitleg gegeven over de te
ondertekenen geschriften (de ontslagverklaring en het formulier tot het
verkrijgen van een werkloosheidsuitkering)
Een vrouw van Turkse nationaliteit heeft de mededelingen, die namens
gedaagde werden gedaan, in het Turks vertaald
Eiseres spreekt noch verstaat Turks
Eiseres is van oordeel, dat zij voor onbepaalde tijd in dienst van
gedaagde is getreden en dat het haar gegeven ontslag nietig is en stelt dat
zij beslist niet heeft geweten en ook niet heeft kunnen weten, dat de op 23
september 1982 door haar ondertekende verklaring een akkoord met een ontslag
zou inhouden
Gedaagde meent daarentegen, dat het ontslag nietig is en heeft in
verband daarmede aangevoerd, dat bij het opstellen van het contract een fout
werd gemaakt alsmede dat eiseres wist dat zij voor het seizoen was aangenomen
Gedaagde is van mening, dat de ondertekening van de ontslagverklaring
niet ontkracht kan worden door achteraf te stellen, dat de inhoud daarvan
niet aan haar duidelijk was
Volgens gedaagde beheerst eiseres de Nederlandse taal in voldoende mate
en heeft zij begrepen, dat zij een ontslagverklaring heeft ondertekend
Omtrent het geschil overwegen Wij het volgende
Volgens de schriftelijk aangegane arbeidsovereenkomst werd tussen
partijen een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd aangegaan
Gedaagde stelt wel, dat mondeling werd overeengekomen dat de
overeenkomst voor een bepaalde tijd (een seizoen) werd gesloten, doch zij
heeft zulks niet aannemelijk gemaakt. Een dergelijke aanvulling mondelinge
overeenkomst lijkt overigens niet logisch, indien men een schriftelijke
overeenkomst voor onbepaalde tijd sluit
Wij zullen aan die stelling dan ook voorbijgaan
Aan de door eiseres op 23 september 1982 ondertekende verklaring valt
waarde toe te kennen indien het eiseres duidelijk was wat zij ondertekende.
Indien zij de Nederlandse taal echter niet in voldoende mate spreekt en
begrijpt – de Nederlandse, Marokkaanse en Turkse taal kan zij niet schrijven,
terwijl zij het Turks niet verstaat – kan er geen waarde aan de door haar
ondertekende verklaring worden toegekend
Eiseres zal dienen te bewijzen, dat zij door onbekendheid met de
Nederlandse taal de door haar ondertekende verklaring niet heeft begrepen en
evenmin de daaraan voorafgaande mondelinge uiteenzetting in de Nederlandse
taal door de heer V. en eventueel anderen
Eiseres kan tot het bewijs worden toegelaten
RECHTDOENDE:
Alvorens te beslissen
Laten eiseres toe tot het vorenomschreven bewijs, hetwelk door alle
middelen rechtens, speciaal door getuigen zal kunnen worden bijgebracht ter
buitengewone civiele terechtzitting van 12 juli 1983 te 09.30 uur
Houden iedere verdere uitspraak aan
Rechters
Mr. J.I. van Dijke, kantonrechter en W. Bezemer als griffier