Instantie: Hof van Justitie EG, 9 juli 1987

Instantie

Hof van Justitie EG

Samenvatting


Er zijn drie prejudiciele vragen gesteld betreffende de uitlegging van
artikel 10, lid 1, van verordening nr. 574/72 tot vaststelling van de wijze
van toepassing van verordening nr. 1408/71 betreffende de toepassing van de
sociale zekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun
gezinsleden die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen

De “Insurance Officer” heeft aan B.L. Burchell, verzoekster in het
hoofdgeding geweigerd kinderbijslag toe te kennen voor haar twee kinderen ten
laste. Verzoekster is uit de echt gescheiden en zonder beroep; zij woont
met haar twee kinderen in Groot- Brittannie, terwijl haar gewezen echtgenoot
in Nederland woont en aldaar in loondienst werkzaam is

Toen zij in 1980 verzocht om kinderbijslag, voldeed verzoekster aan alle
in de Engelse wet gestelde voorwaarden. Tegelijkertijd ontving haar gewezen
echtgenoot in Nederland voor dezelfde tijdvakken kinderbijslag ten behoeve van
dezelfde kinderen

Blijkens het dossier kende noch de Britse, noch de Nederlandse wetgeving
voor de periode waarvoor verzoekster aanspraak maakt op uitkeringen, een
anticumulatievoorschrift voor situaties als die waarover het hier gaat

De “Insurance Officer” was van mening dat verzoeksters recht op
kinderbijslag voor deze kinderen in het Verenigd Koninkrijk (aan welk recht
geen voorwaarden inzake verzekering of arbeid zijn gesteld) was geschorst
ingevolge artikel 10, lid 1, sub a, eerste volzin, van verordening nr. 574/72,
aangezien verzoekster, omdat zij geen beroepswerkzaamheden uitoefende, geen
beroep kon doen op de uitzondering van artikel 10, lid 1, sub a, tweede
volzin

In antwoord op de prejudiciele vragen heeft het Hof voor recht verklaard
dat artikel 10, lid 1, sub a, eerste zin van verordening nr. 574/72 is van
toepassing wanneer krachtens artikel 73 van verordening nr. 1408/71
kinderbijslag verschuldigd is voor een kind dat als gezinslid van een der
rechthebbenden onder de personele werkingssfeer van de gemeenschapsregeling
inzake de sociale zekerheid van werknemers valt; daarbij is niet van belang of
de andere rechthebbende, aan wie voor hetzelfde kind eveneens kinderbijslag
verschuldigd is, ook zelf binnen die werkingssfeer valt

En dat artikel 10, lid 1, sub a, eerste zin, van verordening nr. 574/72
is niet van toepassing wanneer een prestatie enkel krachtens de nationale
wettelijke regeling en niet krachtens artikel 73 van verordening nr. 1408/71
verschuldigd is

Volledige tekst

Rechters