Instantie
Hoge Raad der Nederlanden
Samenvatting
A. is sinds 1962 in dienst van de Stichting en krijgt ontslag in 1981
Zij maakt aanspraak op wachtgeld op grond van art. 39 CAO Dagverblijven
en Tehuizen voor Gehandicapten. In de CAO staat dat er recht is op
wachtgeld als er sprake is van ontslag wegens onbekwaamheid die ‘niet aan zijn
schuld of toedoen te wijten is’. De Stichting is van mening dat er wel
sprake is van toedoen en schuld omdat A. fouten maakte. De Hoge Raad is van
mening dat dit in het algemeen niet juist is en verwerpt het beroep van de
Stichting tegen de uitspraak van de Rechtbank dat A. recht heeft op wachtgeld.
De volledige tekst is niet opgenomen.
Volledige tekst
Rechters
Mrs. Ras, Martens, Hermans, Bloembergen, Boekman