Instantie: Politierechter Amsterdam, 19 september 1988

Instantie

Politierechter Amsterdam

Samenvatting


Twee jaar na de aangifte van aanranding en ongewenste intimiteiten bij
de Amsterdamse Zedenpolitie, is nu ook de strafzaak tegen deze
restauranthouder behandeld. Als bewijs werd tegen de ontkennende verdachte
een verklaring van een personeelslid dat gezien had dat de man steeds aan de
werkneemster zat gehanteerd en een verklaring van een ander personeelslid, dat
in het restaurant gewerkt had voor de aanranding plaatsvond en eveneens
ongewenste intimiteiten had zien plaatsvinden. De officier eiste wegens
feitelijke aanranding der eerbaarheid een gevangenisstraf van 6 maanden
voorwaardelijk en ƒ 5.000,– boete

De politierechter veroordeelde de restauranthouder tot 6 maanden
voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De geldboete legde hij niet
op, mede in aanmerking nemend dat aan de speciale preventie die zo’n geldboete
rechtvaardigt, al was voldaan doordat de man de schadevergoeding van ƒ
15.000,– (vijftienduizend gulden) aan de ex-werkneemster had moeten betalen

Deze uitspraak is niet op schrift gesteld omdat er geen appel is
ingesteld

Volledige tekst

Rechters