Instantie: Kantonrechter Hilversum, 9 mei 1990

Instantie

Kantonrechter Hilversum

Samenvatting


Ontbindingsverzoek ex art. 1639w BW voor zwangere werkneemster
toegewezen. Rechter neemt aan dat er een plicht bestaat de werkgever bij
sollicitatie over aanwezige zwangerschap te informeren. Niet voldoen aan
die informatieplicht brengt verstoorde arbeidsrelatie mee en verandering in
omstandigheden

Volledige tekst

BECHIKKING

Op het verzoekschrift – met bijlagen – ingekomen ter griffie van dit
kantongerecht op 21 maart 1990 waarin door de besloten vennootschap met
beperkte aansprakelijkheid INTERSHOW B.V. gevestigd te Hilversum,

hierna te noemen “verzoekster”, ontbinding wordt verzocht van de tussen
haar als werkgeefster en P., wonende te (…), als werkneemster, hierna te
noemen “verweerster”, bestaande arbeidsovereenkomst op grond van gewichtige
redenen als bedoeld in artikel 1639 w van het Burgerlijk Wetboek

De kantonrechter heeft ter openbare zitting van 26 april 1990 gehoord:

a. verzoekster, vertegenwoordigd door J.J. Wstenhoff, bijgestaan door
mr. P.C.J. Twaalfhoven, advocaat te Amsterdam, die verklaarde te persisteren
bij de inhoud van het ingediende verzoekschrift

b. verweerster, bijgestaan door mr. G. van Driem, advocaat te Amsterdam,
die verklaarde overeenkomstig het ingediende verweerschrift – met producties
-, waarvan de inhoud als hier ingelast en overgenomen dient te worden
beschouwd

Partijen hebben daarna nog over en weer een korte toelichting en
verduidelijking van hun standpunten gegeven, verweerster onder overlegging van
pleitnotities

Vervolgens heeft de kantonrechter de beschikking bepaald op 9 mei 1990

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Onder de door partijen geschetste omstandigheden is de kantonrechter –
ondanks het gemotiveerde verweer – tot het oordeel gekomen, dat de
arbeidsovereenkomst tussen partijen dient te worden ontbonden wegens
veranderingen in de omstandigheden

Gelet op het feit, dat er tussen partijen vaststaat, dat er wel een
proeftijd is overeengekomen – zij het niet rechtsgeldig (drie maanden) – en
het feit dat de arbeidsrelatie ernstig is verstoord, nadat gerequestreerde op
17 januari 1990 (17 dagen na de datum van haar indiensttreding bij
verzoekster) voor het eerst melding heeft gemaakt, dat zij in verwachting was
(de uitgerekende bevallingsdatum zou 28 mei 1990 zijn), is er zeer zeker
sprake van een dermate verandering in de omstandigheden, dat de
arbeidsoverenkomst tussen partijen op korte termijn dient te worden ontbonden

Geheel ten overvloede, deelt de kantonrechter mede, dat een
werkneemster, die tijdens dienstverband in verwachting geraakt, terecht een
ontslagbescherming geniet, doch dit laat onverlet, dat een werkneemster die
bij een sollicitatie niet vermeldt dat zij ongeveer 3 maanden in verwachting
is – zoals in casu verweerster – jegens de werkgeefster onrechtmatig handelde
(zij had zulks – bij wijze van spreken – in het (te verwachten) curriculum
vitae) dienen te vermelden)

De kantonrechter wijst er ten overvloede ook nog op, dat verweerster –
blijkens haar curriculum vitae – niet alleen vanaf 1972 juridische ervaring
opdeed, als secretaresse op een advocatenkantoor, maar nadien ook werkzaam is
geweest op een rechtswinkel, zodat zij zich moet hebben gerealiseerd, dat de
proeftijd wel was overeengekomen, zij het dat deze door verzoekster een maand
te lang was gesteld

De kantonrechter acht geen termen aanwezig enige vergoeding toe te
kennen, doch acht wel termen aanwezig de proceskosten te compenseren, als na
te melden

DE BESLISSING

De kantonrechter:

– ontbindt de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst met ingang
van 15 mei 1990 wegens verandering in de omstandigheden; – bepaalt dat ieder
der partijen de eigen kosten draagt

Rechters

Mr. L.P. Galema, kantonrechter, griffier R. Willemse