Instantie: Schadefonds Geweldsmisdrijven, 25 oktober 1993

Instantie

Schadefonds Geweldsmisdrijven

Samenvatting


Verzoekster krijgt een uitkering van ƒ 11.255,= terzake van seksueel
geweld gepleegd in de periode van 1981 tot en met 1987. De materiele
schadevergoeding wordt bepaald op ƒ 7.255,= en de immateriele
schadevergoeding op ƒ 5.000,= (maximum is ƒ 10.000,=).

Volledige tekst

Beslissing 1. Op 13 oktober 1992 heeft het Buro Slachtofferhulp
Noord- Kennemerland te Alkmaar namens u de Commissie Schadefonds
Geweldsmisdrijven verzocht een uitkering uit het fonds aan u toe te
kennen. Naderhand is als uw gemachtigde opgetreden mevrouw mr. G.A.M. van
Dijk, advocaat te Almaar. Bij beslissing van 8 april 1993 heeft de
Commissie aan u een voorschot toegekend van ƒ 1.000,= (eenduizend gulden)
ter zake van een jegens u gedurende de periode van 1981 tot en met 1987
te Sint Pancras respectievelijk Alkmaar opzettelijk gepleegd
geweldsmisdrijf. De door u en uw gemachtigden nadien verstrekte
inlichtingen zijn bevestigd en zo nodig aangevuld door het onderzoek,
namens de Commissie ingesteld.

2. Materiele letselschade Op grond van de door u geleden en nog te lijden
materiele letselschade, zoals deze uit het onderzoek is gebleken, stelt
de Commissie het bedrag van de voor uitkering vatbare schade naar
redelijkheid en billijkheid vast op ƒ 7.255,= wegens kosten van
psychotherapie, verhuizing en rechtsbijstand alsmede wegens de tijdelijke
vermindering van uw vermogen tot het verwerven van inkomsten uit arbeid.
Voor de Commissie is niet aannemelijk geworden dat u ten gevolge van het
letsel, gedurende de periode van 1981 tot en met 1987 toegebracht, andere
dan de hierboven vermelde materiele schade hebt geleden of nog zult
lijden, welke voor uitkering uit het Schadefonds vatbaar zou zijn.

3. Immateriele letselschade Een uitkering is ook mogelijk voor andere dan
vermogensschade, te weten voor verlies van levensvreugde. De Commissie
bepaalt naar redelijkheid en billijkheid dat aan u voor de door u geleden
en mogelijk nog te lijden immateriele schade ƒ 5.000,= toekomt. Hierbij
is uitgangspunt de wettelijke maximum-uitkering voor immateriele schade
van ƒ 10.000,=. Voorts is rekening gehouden met de hoogte van de
uitkeringen welke aan andere verzoekers in vergelijkbare omstandigheden
zijn toegekend.

4. De Commissie kent u derhalve een uitkering uit het Schadefonds
Geweldsmisdrijven toe ten bedrage van ƒ 12.255,= (twaalfduizend
tweehonderd vijfenvijftig gulden),

gespecificeerd als volgt: materiele schade ƒ 7.255,= immateriele
schade ƒ 5.000,= totaal ƒ 12.255,= AF: voorschot
ƒ 1.000,= resteert uit te keren ƒ 11.255,= 5. De Commissie gaat ervan
uit dat u aan het Schadefond zult terugbetalen het bedrag dat de daders
van het jegens u gepleegde misdrijf aan u zullen vergoeden, voor zover dit
bedrag betrekking heeft op de schade waarvoor aan u de uitkering uit het
fonds is toegekend.

Rechters

Mr B. de Hoogh, voorzitter; drs G. van Essen, mevrouw dr. J Smit,E.G.W. van der Spek, mevrouw mr. M.A. F. Tan-de Sonnaville