Instantie: Commissie gelijke behandeling, 8 juni 1998

Instantie

Commissie gelijke behandeling

Samenvatting


Verzoekster is van een voltijd- naar een deeltijddienstverband overgegaan.
Doordat de omvang van pensioenopbouw afhankelijk is van de huidige omvang van
de dienstbetrekking bouwt zij thans minder pensioen op. De wederpartij, een
pensioenfonds, kent daarnaast een regeling die beoogt om deelnemers in geval
(gedeeltelijk) beëindigde pensioenopbouw in verband met VUT/FPU, ontslag of
invaliditeit, de gelegenheid te bieden om de pensioenopbouw aan te vullen.
Aan deeltijdwerkers wordt echter geen mogelijkheid geboden om een aanvullende
pensioenverzekering af te sluiten die de omvang van de dienstbetrekking te
boven gaat.
De Commissie stelt vast dat de WOA en de WGB op het handelen van de
wederpartij van toepassing zijn. Dat de opbouw van het pensioen afhankelijk
is van de hoogte van het salaris, levert geen onderscheid naar arbeidsduur
op. Het over de jaren dat in voltijd werd gewerkt, opgebouwde pensioen blijft
staan. De mogelijkheid om de pensioenopbouw aan te vullen, is voor alle
deelnemers beperkt tot de omvang van hun (laatstverdiende) salaris. Er is
geen sprake van onderscheid naar arbeidsduur. De Commissie onderzoekt niet of
sprake is van indirect onderscheid naar geslacht, nu is vastgesteld dat geen
sprake is van een benadeling van deeltijdwerkers.
Geen strijd met de wet.

Volledige tekst

WAO-ers valt niet onder een van de gronden op grond waarvan de Commissie
bevoegd is te onderzoeken of er sprake is van ongelijke behandeling.

5. HET OORDEEL VAN DE COMMISSIECGB

De Commissie spreekt als haar oordeel uit dat de Stichting Pensioenfonds ABP
te Heerlen jegens mevrouw (….) te Amsterdam
– geen onderscheid naar arbeidsduur heeft gemaakt als bedoeld in artikel III
eerste lid van de WOA
– geen onderscheid heeft naar geslacht gemaakt als bedoeld in artikel 1a WGB.
door de opbouw van haar pensioen afhankelijk te stellen van de omvang van
haar dienstbetrekking en haar niet toe te staan om naast de reguliere
pensioenopbouw bij te sparen tot het pensioenniveau behorend bij een
volledige betrekking.

Rechters

Mw. Prof.mr. J.E. Goldschmidt (Kamervoorzitter), dhr. Prof.mr. A.W. Heringa(lid Kamer), mw. mr. drs. M.G. Nicolai (lid Kamer), mw. mr. A.N. Veekamp(secretaris Kamer)