Brief aan Tweede Kamer over huiselijk geweld

Aan de leden van de Tweede Kamer-fracties
die deelnemen aan het Algemeen Overleg Huiselijk Geweld
op 17 oktober 2002

Amsterdam, 14 oktober 2002

Geachte Kamerleden,

Met het oog op het Algemeen Overleg op 17 oktober a.s. wil het Clara Wichmann Instituut (expertise vrouw en recht) graag een aantal punten onder uw aandacht brengen.

Het Clara Wichmann Instituut is betrokken geweest bij het interdepartementale project huiselijk geweld. Hoewel er altijd meer te wensen is, waren wij zeer te spreken over de maatregelen die in het kader van dat project zijn gestart, en de maatregelen die zijn voorgesteld in de nota Privé Geweld Publieke Zaak, die door het vorige kabinet als kabinetsnota is aangenomen. Hoewel het huidige kabinet heeft gesteld de kabinetsnota te onderschrijven, constateren wij dat niet alle voorstellen een plaats hebben gekregen in de kabinetsplannen voor de komende tijd. Wij maken ons hier enige zorgen over, en verzoeken u om tijdens het Algemeen Overleg van de betrokken ministers expliciet de bevestiging te vragen dat alle maatregelen en voorstellen zoals opgenomen in de kabinetsnota Privé Geweld Publieke Zaak ook door het huidige kabinet worden gedragen en uitgevoerd.

Op 3 oktober jl. heeft op initiatief van TransAct en de Federatie Opvang een overleg plaatsgevonden tussen vertegenwoordigers van enkele landelijke organisaties die betrokken zijn geweest bij het interdepartementale project huiselijk geweld. Ook het CLWI heeft aan dit overleg deelgenomen. Naar aanleiding van hetgeen daar is besproken willen wij vanuit onze specifieke expertise speciale aandacht vragen voor een aantal onderwerpen die met name op het terrein van justitie liggen:

"Huiselijk Geweld maakt expliciet onderdeel uit van het Integraal veiligheidsprogramma IVP2″ (pagina 11 kabinetsnota)

Hoewel het Strategisch Akkoord van dit kabinet voor een groot deel gewijd was aan het thema Veiligheid, leek deze veiligheid op te houden bij de voordeur: er werd geen woord besteed aan huiselijk geweld. Ook in de justitiebegroting komt huiselijk geweld onder de noemer van het veiligheidsbeleid niet tot nauwelijks aan de orde. Het is van groot belang dat er keer op keer op wordt gehamerd dat veiligheid niet bij de voordeur ophoudt, en dat huiselijk geweld blijvend onderdeel gaat uitmaken van het Integraal veiligheidsprogramma.

"De minister van justitie wil twee experimentele projecten organiseren voor juridische vroeghulp aan slachtoffers van huiselijk geweld en op basis daarvan oordelen over landelijke invoering van deze vroeghulp"(kabinetsnota p. 12)
"De Minister van Justitie onderzoekt of het vergoedingenbesluit Rechtsbijstand aangesproken kan worden voor juridische ondersteuning van het slachtoffer tijdens een strafprocedure tegen de pleger"(p.11)
Hoewel de Minister in zijn antwoorden op vragen inzake de vervolging wegens meineed van een slachtoffer van verkrachting (brief van 26 juli, 28 000 VI, nr. 70)de uitvoering van de kabinetsnota op deze punten nogmaals bevestigt, worden deze maatregelen (en de daarvoor benodigde financiële middelen) niet genoemd in de justitiebegroting. Wij zouden graag duidelijkheid krijgen omtrent de wijze waarop en de termijn waarbinnen deze maatregelen uitgevoerd zullen worden en het hiervoor beschikbare budget. Wellicht kunt u die duidelijkheid in het kader van het Algemeen Overleg vragen.

"De IND is verzocht om op basis van gedegen dossieronderzoek vast te stellen waarom veel aanvragen om een zelfstandige verblijfsvergunning van slachtoffers van huiselijk geweld niet meteen, in eerste instantie, worden toegekend. Op basis van de bevindingen zullen maatregelen worden getroffen om dit probleem terug te dringen" (p. 30 kabinetsnota)
Hoewel ook minister Nawijn blijkens zijn uitlatingen in de pers aan vrouwen die het slachtoffer zijn van mishandeling door hun man een zelfstandige verblijfsvergunning wil verstrekken, bevat de justitiebegroting hiervoor geen concrete plannen. Wij zouden graag willen weten of het IND onderzoek inmiddels is uitgevoerd, wat de resultaten hiervan zijn, en welke de maatregelen zullen zijn die worden genomen om dit probleem terug te dringen.

Overigens wordt door het Clara Wichmann Instituut (net als door tal van andere organisaties), al jaren aangedrongen op het verstrekken van een zelfstandige verblijfstitel aan vrouwen die tengevolge van mishandeling hun relatie verbreken.

Tot slot willen we niet onvermeld laten dat we verheugd zijn dat het onderzoek naar de mogelijke uithuisplaatsing van plegers van huiselijk geweld met voortvarendheid ter hand wordt genomen. Wij hopen dat deze voortvarendheid bij de verdere behandeling van dat dossier wordt voortgezet.

Ik hoop dat u bovengenoemde punten tijdens het Algemeen Overleg aan de orde wilt stellen.

Met vriendelijke groet,

Margreet de Boer
beleidsmedewerkster