Instantie: Europese Hof van Justitie, 11 oktober 2007

Instantie

Europese Hof van Justitie

Samenvatting

In een arrest van 11 oktober 2007 (C-460/06, JAR 2007/287) heeft het Europese Hof van Justitie beslist dat het niet alleen verboden is om een werkneemster te ontslaan tijdens haar zwangerschap, het zwangerschapsverlof en de periode van bescherming tegen ontslag daarna (in Nederland zes weken), maar ook om het besluit tot ontslag in die periode te nemen. Dit geldt ook als het ontslagbesluit pas na afloop van de beschermde periode wordt uitgevoerd. In deze zaak – van mevrouw Paquay, een Belgische – had de werkgever al tijdens de zwangerschap van de werkneemster een advertentie geplaatst voor haar vervanging en had daarin aangegeven dat het om een functie voor langere tijd ging. Het was dus duidelijk dat hij de werkneemster wilde ontslaan. Het ontslagbesluit zelf werd echter pas na afloop van de beschermde periode aan mevrouw Paquay meegedeeld. Het Europese Hof oordeelde dat ook dat niet is toegestaan. Aan de bescherming van werkneemsters tegen het risico van aantasting van hun geestelijke en lichamelijke gezondheid gedurende hun zwangerschap en enige tijd daarna zou afbreuk worden gedaan als een ontslagbesluit al wel genomen zou mogen worden. Een werkgever die dat doet, streeft immers, aldus het Hof, exact het doel na dat de EU-richtlijnen verbieden, namelijk het ontslaan van een werkneemster vanwege haar zwangerschap of de geboorte van een kind.

Volledige tekst

Rechters