Deeltijd huishoudelijk personeel heeft een veel slechtere rechtspositie dan andere werknemers. Deze uitzonderingspositie is vastgelegd in de Regeling Dienstverlening aan huis. Op dit moment gaat het naar schatting om zo’n half miljoen mensen en hun aantal neemt nog steeds toe. Voor circa 95% bestaat deze groep uit vrouwen, die werken als huishoudelijke hulp, nanny, gezelschapsdame, kinderoppas of alfahulp. Hieronder vallen ook de mensen die geïndiceerde zorg bieden krachtens de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). De overheid biedt deze – relatief goedkope – zorg onder meer via een persoonsgebonden budget (PGB) waarmee de zorgvrager zelf iemand inschakelt. Ook thuiszorginstellingen laten verzorgend personeel steeds meer als alfahulp werken. De lage kosten van deze hulp gaan rechtstreeks ten koste van de rechtsbescherming van deze groep werknemers. Dat is op zichzelf al onaanvaardbaar, maar bovendien is hun ongelijke rechtspositie in strijd met internationale verdragen. Daarom bieden wij u het boek Een baan als alle andere?! aan. Hierin vindt u informatie over achtergronden en oplossingen. Wij vragen u dringend om u in te zetten voor de afschaffing van de regeling ‘Dienstverlening aan Huis’. De behandeling van de begroting van SZW biedt een mooie gelegenheid.
Maar ook op korte termijn is verbetering nodig en mogelijk. Op dit moment verliezen mensen die werknemer zijn (in de zin van de sociale verzekeringswetten) en werkloos raken hun recht op WW wanneer zij deeltijdwerk aan huis gaan verrichten: indien zij na zes maanden deze arbeid verliezen of arbeidsongeschikt raken, kunnen zij geen aanspraak meer maken op WW of WAO, omdat deeltijders aan huis:
- niet vallen onder het begrip werknemer in de zin van de sociale verzekeringswetten en dus geen recht opbouwen op een werkloosheidsuitkering of een arbeidsongeschiktheids-uitkering wanneer zij werkloos of arbeidsongeschikt raken, en
- hun ‘oude’ recht op WW niet herleeft, zoals bijvoorbeeld bij startende zelfstandigen. Dit houdt mensen tegen om deze vorm van arbeid die hard nodig is op te pakken, maar is ook schrijnend, omdat hun inkomsten als deeltijder aan huis wel worden gekort op hun uitkering. Ook deeltijders aan huis hebben recht op toegang tot sociale zekerheid.
Verzoek
De Vereniging Vrouw en Recht en de FNV Bondgenoten vragen u dringend tijdens de behandeling van de begroting SZW de minister van SZW, de heer H. Kamp, te verzoeken 1) de ‘deeltijders aan huis’ aan te merken als werknemer in de sociale verzekeringswetten, en zolang dit nog niet is geregeld 2) om herleving van opgebouwde rechten op grond van de werknemers-verzekeringen voor deeltijders aan huis die na zes maanden hun werk verliezen of arbeidsongeschikt raken.
Nadere informatie over korte termijn maatregel
Volwaardige aanspraken op werknemersverzekeringen voor deeltijders aan huis.
Deeltijders aan huis hebben geen recht op een werkloosheidsuitkering en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen wanneer zij werkloos of arbeidsongeschikt raken, omdat zij niet onder het begrip werknemer vallen, zoals opgenomen in de sociale verzekeringswetten.
Mensen die wel werknemer zijn in de zin van de sociale verzekeringswetten en werkloos raken kunnen hun werknemerschap verliezen wanneer zij deeltijdwerk aan huis gaan verrichten. Immers wanneer zij langer dan zes maanden deze arbeid hebben verricht en vervolgens weer werkloos of arbeidsongeschikt raken, zijn zij hun aanspraken op grond van de werkloosheidswet verloren. De inkomsten die zij krijgen als deeltijder aan huis worden echter wel gekort op hun werkloosheidsuitkering.
Toelichting
In artikel 8 lid 2 WW is geregeld dat degene die tijdens de duur van de WW uitkering start als zelfstandige de WW uitkering weer herkrijgt wanneer hij binnen de periode dat hij recht heeft op WW uitkering weer stopt met zijn werkzaamheden als zelfstandige. Deze regeling is bedoeld om starters de gelegenheid te geven uit te proberen of zij als zelfstandige verder kunnen. Lukt dit niet dan hebben zij daardoor niet het recht op WW verloren.
Ook volksvertegenwoordigers (leden Eerste Kamer, leden van het bestuur van een waterschap) verliezen hun eventuele aanspraken op een werkloosheidsuitkering niet (art. 8 lid 3 WW).
In andere gevallen waarin het werknemerschap verloren is gegaan herleeft het recht op een WW- uitkering alleen wanneer binnen 6 maanden de reden waarom het werknemerschap verloren is gegaan, is komen te vervallen (artikel 8, lid 4 WW ). Een van de achterliggende ideeën achter deze regeling is dat de band met de arbeidsmarkt niet te lang onderbroken mag zijn.
Daarvan is echter geen sprake bij deeltijders aan huis. Zij behouden de band met de arbeidsmarkt door werkzaamheden als deeltijder aan huis te aanvaarden.
Korte termijn
Op korte termijn is eenvoudig door aanpassing van de wet te regelen dat mensen die reeds rechten op grond van de werknemerswetten hebben opgebouwd deze niet verliezen wanneer zij werkzaamheden gaan verrichten als deeltijder aan huis. Het recht op werkloosheidsuitkering dient te herleven indien de betrokken deeltijder aan huis het betreffende werk na zes maanden niet meer verricht.
Meer informatie is te verkrijgen bij – Vereniging voor Vrouw en Recht (VVR): Voorzitter Mieke van der Burg (tel: 06-22987711) – FNV Bondgenoten: Adviseur Margriet Kraamwinkel (tel: 06 –108 86 561)