Position Paper FNV Bondgenoten
Rondetafelgesprek Vaste Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid 25 mei 2011
Geef huishoudelijk werker wat ze verdient!
FNV Bondgenoten vertegenwoordigt huishoudelijk werkers, vooral vrouwen, die met werk in de particuliere huishouding hun brood verdinen. Met de campagne Gewoon Goed Werk vragen wij om goede arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden voor alle werkenden in Nederland, ook voor de huishoudelijk werkers. Want ook huishoudelijk werk is gewoon werk. We beargumenteren dat als volgt.
De economische waarde die het vertegenwoordigt
Veel huishoudens kunnen niet zonder het werk dat door huishoudelijk werkers gedaan wordt. De werker is onmisbaar, krijgt zo nu en dan wat extra’s toegestopt en we vertrouwen haar onze kinderen en de sleutels van ons huis zonder meer toe. Zeker in een gezin met kinderen waar beide ouders betaalde arbeid verrichten is hun werk noodakelijk. Het werk dat vrouwen in de particuliere huishouding doen, maakt een grotere arbeidsparticipatie van zowel mannen als vrouwen mogelijk en vertegenwoordigt daarmee een grote economische waarde.
De huishoudelijk werkers voorzien in hun levensonderhoud met hun werk. Het brengt brood op de plank en maakt het mogelijk de huur te betalen. Ook in dat opzicht vertegenwoordigt het een economische waarde.
Dat het huishoudelijk werk een economische waarde vertegenwoordigt blijkt ook uit de brief die de werkgeversvereniging in de schoonmaaksector OSB aan uw Commissie zond. Zij zouden graag mogelijkheden hebben om de markt voor persoonlijke dienstverlening te ontwikkelen en zien daarin kansen voor de ontwikkeling van formele werkgelegenheid aan de onderkant van de arbeidsmarkt.
De Regeling dienstverlening aan huis
Het werk van huishoudelijk werkers wordt echter niet gewaardeerd. Veel huishoudelijk werk wordt nu ‘zwart’ gedaan. Als de betrokkenen dat niet willen, dan belanden ze niet in het officiële, formele witte circuit van betaalde arbeid maar in een grijs circuit: de Regeling dienstverlening aan huis, die vandaag in de Commissie aan de orde is.
De Regeling dienstverlening aan huis bepaalt dat niet de volledige bescherming van het arbeidsecht van toepassing is op deze schoonmaaksters. Zij hebben wel recht op het minimumloon en op vakantiebijslag, maar betalen geen belasting en premies en zijn niet verzekerd voor werkloosheid en arbeidsongeschiktheid. Ziekte moet slechts zes weken worden doorbetaald.
De regering rechtvaardigt de Regeling dienstverlening aan huis als volgt: werken in de particuliere huishouding gebeurt nu vaak zwart maar zou toch ook een opstapje kunnen zijn naar ‘echt betaald werk’. Met de Regeling zorgen we er voor dat het werk aantrekkelijker wordt zodat via het grijze circuit van de Regeling vrouwen doorstromen naar ‘echt werk’ bijv. voor een schoonmaakbedrijf. Dat echte werk zien we in de statistieken terug als een stijgend arbeidsparticipatie van vrouwen. Werk in de zin van de Regeling is in de statistieken niet eens de moeite van het vermelden waard.
De Regeling is echter geen opstapje naar wit werk in de formele sector. Immers, alle voordelen van zwart werk worden teniet gedaan (je wordt gekort op je uitkering bijv.) terwijl de beloning omlaag gaat. Dan blijf je liever zwart werken. En ook de schoonmaaksector geeft aan dat juist door de afschaffing van de Regeling werk in de formele sector geschapen wordt.
Internationaal perspectief
In verschillende Europese landen is het werk van huishoudelijk werkers al wel geformaliseerd. Voorbeelden zijn België, Frankrijk, Spanje, Zweden, het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland. Zweden kent bijv. een systeem van belastingaftrek waarmee het in dienst hebben van een witte huishoudelijk werker gefinancierd wordt. Inspiratie om de positie van deze vrouwen te verbeteren kan dus dichtbij worden opgedaan.
De Internationale Arbeidsorganisatie ILO erkent het werk in de particuliere huishouding wèl als echt werk. In juni wordt er in Genève verder gesproken over een Verdrag over de rechtspositie van de huishoudelijk werkers, in ILO termen domestic workers.
Werknemers en werkgevers in de schoonmaaksector – die weten waar ze over praten – zouden graag zien dat schoonmaken bij particulieren onder de vleugels van de cao gebeurt. Zodat de betrokken werkers een fatsoenlijk loon verdienen en bijv. ook pensioen kunnen opbouwen. Zij vinden schoonmaakwerk beslist echt werk en willen er graag gewoon goed werk van maken.
Als we serieus werk willen maken van de verhoging van de arbeidsparticipatie van vrouwen – zowel van schoonmaaksters als van die andere vrouwen in tweeverdienersgezinnen – dan is een goede regeling van de spilfunctie van huishoudelijk werkers noodzakelijk. Dan is een regeling die strijdig is met het internationaal recht wegens vrouwendiscriminatie onacceptabel. Dan moet de Regeling dienstverlening aan huis afgeschaft worden en moet het ILO Verdrag van harte gesteund worden. Dan moet erkend worden dat werk in de particuliere huishouding echt werk is dat echt beloond èn echt verzekerd moet worden, net zoals al het andere echte werk.