Position paper t.b.v. ronde tafel gesprek SZW 25 mei 2011 te 11.00 uur
Ondergetekende treedt op als advocaat van een alfahulp die geen loon heeft betaald gekregen bij ziekte.
Cliënte, H., heeft in februari 2007 gesolliciteerd op een vacature voor alfahulpen waarmee de Thuiszorginstelling adverteerde in de plaatselijke krant. H. is nadat zij een sollicitatiegesprek heeft gehad door de Thuiszorginstelling als alfahulp bij cliënten geplaatst. Eerst waren dit nog enkele cliënten maar in juni/juli 2007 werkte zij nagenoeg fulltime. In het jaar 2008 heeft H. 26,5 uur per week gewerkt tegen een beloning van € 12,20 bruto per uur. De vakantierechten (toeslag en verlof) zijn bij deze beloning inbegrepen. De inkomensafhankelijke bijdrage ZVW moest H. zelf uit het brutoloon voldoen.
H. is van 18 december 2008 tot en met 30 januari 2009 niet in staat geweest haar werkzaamheden te verrichten omdat zij haar pols had gebroken. Nadien is zij op advies van haar behandelend arts nog slechts gedeeltelijk werkzaam geweest. Vanaf 2 februari 2009 tot midden 2009 is zij alleen in de middag gedurende 14,5 uur per week werkzaam geweest.
H. heeft haar arbeidsongeschiktheid onmiddellijk aan de Thuiszorginstelling doorgegeven. Deze heeft haar echter geen loon tijdens ziekte doorbetaald.
Cliënte is gescheiden en woonde met haar dochter. Zij hebben de kerstdagen met geleend geld moeten doorkomen. Er was voor haar geen vangnet beschikbaar.
In de procedure spelen de volgende rechtsvragen:
- 1) Is er sprake van een arbeidsovereenkomst tussen de Thuiszorginstelling en H. nu er sprake is van een gezagsverhouding, een verplichting de arbeid persoonlijk te verrichten en er loon betaald werd;
- 2) Indien er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst tussen H. en de Thuiszorginstelling, zoals door die laatste wordt gesteld, wie moet dan de zes weken loon tijdens ziekte ex artikel 7:629 lid 3 BW doorbetalen?
De Thuiszorginstelling die op grond van de kassiersfunctie het loon altijd aan H. heeft betaald en in de contracten met de gemeente de verplichting tot het leveren van thuiszorg is aangegaan en in die contracten in moet staan voor de werknemers die zij daarvoor inzet of - 3) Moet H. haar recht op zes weken loonbetaling tijdens ziekte bij haar individuele cliënten halen zoals de Thuiszorginstelling beweert.
Namens cliënte wordt het standpunt onder 1) ingenomen en wordt subsidiair het standpunt onder 2) ingenomen.
Mw. Mr. M.A.C. Vijn
Bosch Advocaten, Amsterdam