In deze uitspraak van de Rb Den Haag gaat het om een verzekeraar die een jonge Turkse vrouw, na een ongeval waarbij ze arbeidsongeschikt is geraakt, een veel lagere schadevergoeding toekent dan gebruikelijk is voor Nederlandse vrouwen. Als argument werd daarvoor aangevoerd dat Turkse vrouwen zodra ze eenmaal kinderen hebben toch nauwelijks meer deelnemen aan het arbeidsproces, en dat er derhalve geen inkomensderving zou zijn. De zaak is een schoolvoorbeeld hoe sommige rechters nog steeds argeloos akkoord gaan met stereotypen over ras/etniciteit en gender.