Brief aan Tweede Kamer over uitbreiding herleving werknemerschap voor zwangere zelfstandigen, d.d. 28 augustus 2014

Aan de leden van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelenheid van de Tweede Kamer
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

Betreft: wetsontwerp verzamelwet SZW 2015 ( 33 988)
uitbreiding herleving werknemerschap voor zwangere zelfstandigen

Leiden, 28 augustus 2014

Geachte dames en heren,

Binnenkort zult u zich buigen over allerlei technische aanpassing van sociale wetgeving bij de behandeling van het wetsontwerp verzamelwet SZW 2015. Minister Asscher heeft al een eerste nota van wijzigingen aangekondigd met voorstellen die voortkomen uit de parlementaire behandeling van de Wet werk en zekerheid en de wet invoering Participatiewet.

De Vereniging voor Vrouw en Recht Clara Wichmann (VVR) stelt u voor te bewerkstelligen dat bij tweede nota van wijziging of bij amendement tevens het herlevingsrecht van het werknemerschap (art. 8 WW) wordt uitgebreid met de periode dat een zelfstandige een ZEZ-uitkering geniet.

Ter toelichting daarop het volgende: als een WW-gerechtigde een zwangerschaps- en bevallingsuitkering krijgt wordt deze periode van tenminste 16 weken terecht niet (meer) gedeeltelijk afgetrokken van de duur van de WW. Toenmalig minister Melkert heeft daar destijds voor gezorgd, nadat hij er op was gewezen dat dit niet strookte met het VN-Vrouwenverdrag (art. 11 tweede lid sub b).

Bij de introductie van de Zwangerschaps- en Bevallingsuitkering (ZEZ-uitkering) voor zelfstandigen in 2007 is verzuimd op analoge wijze de duur van de ZEZ-uitkering niet mee te tellen voor de periode waarin iemand die als zelfstandige is gestart vanuit de WW het werknemerschap kan laten herleven.

Eerder dit jaar heeft het toezichthoudend VN-Vrouwenrechtencomité in een individuele klachtprocedure uitdrukkelijk geoordeeld dat het tweede lid van art 11 VN-Vrouwenverdrag sub b van toepassing is op zelfstandig werkende vrouwen (zie vrouwenrecht.nl). Dit artikel verplicht tot het invoeren van verlof wegens bevalling met behoud van loon en met vergelijkbare sociale voorzieningen, zonder dat dit leidt tot verlies van (…) de hun toekomende sociale voorzieningen. Daar hoort naar de mening van de VVR ook de periode waarin men het werknemerschap kan laten herleven bij.
De wijziging past goed bij de al in Onderdeel B voorgestelde wijziging van art. 8 WW en de kosten van de door de VVR voorgestelde wijziging zullen gezien de nog beperktere doelgroep dan waar in de MvT aangaande Onderdeel B op p. 2 over wordt gesproken vrijwel nihil zijn.

De VVR gaat er dan ook vanuit dat u deze kans die de voorgestelde Verzamelwet biedt om de sociale wetgeving in Nederland beter te laten sporen met de verplichtingen voortvloeiend uit het VN-Vrouwenverdrag zult grijpen. Het spreekt dat de VVR de minister een afschrift van deze brief zal doen toekomen.

Met vriendelijke groet

Mr. M.M. van der Burg, voorzitter