Brief aan College voor de Rechten van de Mens over negeren uitspraak CEDAW

Aan het College voor de rechten van de Mens
t.a.v. mevrouw Mr. L. Koster
Postbus 16001
3500 DA Utrecht
Leiden, 9 oktober 2014

Geachte mevrouw Koster,

Op 17 februari 2014 stelde het Committee on de Elimination of Discrimination against Women (CEDAW) zijn Views aangaande Communication No. 36/2012 vast. Het betrof de individuele klacht die zes zelfstandig werkende vrouwen hadden ingediend tegen de Staat der Nederlanden, die hen een zwangerschapsuitkering had onthouden.

CEDAW stelde klaagsters volledig in het gelijk (zie voor een samenvatting en de PDF van het oordeel van CEDAW vrouwenrecht.nl) en deed de volgende aanbevelingen aan de Staat:
1. Zorg voor reparatie voor de zes klaagsters, inclusief passende geldelijk compensatie voor de gemiste zwangerschapsuitkering;
2. Algemeen: door de herinvoering van een zwangerschapsuitkering voor zelfstandigen in juni 2008 zullen vergelijkbare schendingen van het VN-Vrouwenverdrag voor de toekomst uitblijven, maar de groep zelfstandigen zwanger tussen 1 augustus 2004 en 4 juni 2008 is geen compensatie mogelijk. Daarom nodigt CEDAW de Staat uit “to address and redress the situation of such women”.

Op 19 september 2014 berichtte de minister van sociale zaken en werkgelegenheid de Tweede Kamer de aanbevelingen van CEDAW niet te zullen uitvoeren, terwijl de Agent van het Koninkrijk der Nederlanden CEDAW daarvan in kennis stelde (Kamerstukken II 2014/15 30420 nr. 208 + bijlage, bijgevoegd).

De Commissie Gelijke Behandeling heeft zich destijds intensief bezig gehouden met het dossier zwangere zelfstandigen.  Gelet op de in artikel 3 WCRM genoemde taak van het College Rechten voor de Mens om toezicht te houden op de naleving van aanbevelingen van internationale instanties zijn de Vereniging voor Vrouw en Recht Clara Wichmann en het Proefprocessenfonds Clara Wichmann benieuwd naar de opvattingen van het College over de afwijzende opstelling van het kabinet.
Beide organisaties hebben klaagsters van meet af aan bijgestaan in hun streven gecompenseerd te worden voor het gemis aan een zwangerschapsuitkering. Het spreekt dat zij zeer bereid zijn nader van gedachten te wisselen met het College.

In afwachting van uw reactie,

Met vriendelijke groet

Mr. M.M. van der Burg                                               Mr. A. de Ruijter
Voorzitter VVR                                                           Voorzitter Proefprocessenfonds