Anders dan Hof Den Haag en de Inspecteur van de belastingdienst ziet de Hoge Raad geen reden waarom de leden van een coöperatie van prostituees niet in dienstbetrekking zouden kunnen zijn. Datum arrest 12 september 2014.
Net als in andere sectoren diende het Hof primair te onderzoeken of tussen belanghebbende [de werknemerscoöperatie] en haar leden arbeidsovereenkomsten tot stand zijn gekomen. Daarbij is niet vereist dat min of meer nauwkeurig is geregeld hoe de hoogte van het loon wordt afgeleid. Evenmin is vereist hoe lang en hoe vaak de arbeid zal worden verricht.
In 2009 besliste de belastingdienst dat de bij de coöperatie aangesloten sekswerkers niet verzekerd konden zijn op grond van de werknemersverzekeringen. Nadat bezwaar was afgewezen heeft de coöperatie beroep ingesteld bij Rb ’s Gravenhage, die de coöperatie in augustus 2011 in het gelijk stelde (ECLI:NL:RBSGR:2011: BT2358). Het Hof vernietigde deze uitspraak in juni 2013 en bevestigde de uitspraak van de Inspecteur. Nu moet Hof Amsterdam de zaak verder behandelen met in achtneming van het arrest van de HR.
Een vergelijkbare uitspraak deed de Hoge Raad aangaande het afdragen van de omzetbelasting van de leden van de coöperatie.