Instantie
Centrale Raad van Beroep
Samenvatting
Van verzekering ingevolge art. 3 van de ZW kan eerst dan sprake zijn bij
het feitelijk bestaan van een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht.
Het vermoeden van een pretense werkgever over het sluiten van een
arbeidsovereenkomst moet onvoldoende worden geacht om verzekering ingevolge
art. 3 ZW aan te nemen, nu uitdrukkelijk is overeengekomen dat de werknemer
É
t aan een oproep gehoor behoeft te geven en er geen sprake is van een
doorlopende arbeidsovereenkomst