Instantie: Centrale Raad van Beroep, 27 april 1988

Instantie

Centrale Raad van Beroep

Samenvatting


Van verzekering ingevolge art. 3 van de ZW kan eerst dan sprake zijn bij
het feitelijk bestaan van een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht.
Het vermoeden van een pretense werkgever over het sluiten van een
arbeidsovereenkomst moet onvoldoende worden geacht om verzekering ingevolge
art. 3 ZW aan te nemen, nu uitdrukkelijk is overeengekomen dat de werknemer
É
t aan een oproep gehoor behoeft te geven en er geen sprake is van een
doorlopende arbeidsovereenkomst

Volledige tekst

Rechters