Brief aan Tweede Kamer over initiatiefwetsvoorstel herziening partneralimentatie, 20 december 2016

Aan de Vaste Kamercommissies voor V&J, OCW en SZW van de Tweede Kamer der Staten Generaal,
Postbus 20018,
2500 EA Den Haag

   Leiden, 20 december 2016

Betreft: Initiatiefwetsvoorstel nr. 34 231, Herziening partneralimentatie.

Geachte voorzitters en leden van de commissies V&J, OCW en SZW,

Het Wetsvoorstel Herziening Partneralimentatie is op dit moment in behandeling in de Tweede Kamer. Binnenkort ontvangt u de reactie van de initiatiefnemers op uw Verslag van 11 oktober 2016, de Nota n.a.v. het Verslag.

De Vereniging voor Vrouw en Recht (VVR) wilt u op dit moment op de hoogte stellen van haar standpunt in grote lijnen Zodra het antwoord van de initiatiefnemers er is, zullen wij u meer in detail informeren over ons standpunt. Aangezien het wetsvoorstel ook gevolgen heeft op het gebied van emancipatie, sociale voorzieningen en werkgelegenheid, zijn deze Kamercommissies eveneens opgenomen bij de adressanten.
De VVR heeft grote bezwaren tegen dit wetsvoorstel.

Zoals de initiatiefnemers vermelden, is de samenleving sinds de invoering van de vigerende wet ruim 20 jaar geleden, inderdaad veranderd. Echter, anders dan zij stellen, is de samenleving nog niet werkelijk geëmancipeerd en is van gelijkwaardigheid van vrouwen en mannen helaas in veel gevallen nog geen sprake. Wat wel vaststaat is sterke toename van differentiatie van samenlevingsvormen:

  • Meer dan de helft van de paren is niet gehuwd, al dan niet met kinderen.
  • Wanneer paren besluiten tot trouwen, dan is het moment van trouwen zeer verschillend. Soms voor het eerste kind, dan weer daarna of pas na drie of vier kinderen.
  • Ook de verdeling van arbeid en zorg tussen de partners loopt zeer uiteen.

De keuze van de initiatiefnemers voor één grondslag en één eenvoudig verdelingssysteem staat haaks op deze diverse werkelijkheid. Hierdoor zal het aantal uitzonderingsgevallen eerder toenemen, dan afnemen. Ook de uitkomst zal meer als onrechtvaardig worden gevoeld. Aangezien vrouwen meestal de alimentatiegerechtigde zijn, zullen vrouwen ongerechtvaardigd nadeel van deze wetswijziging ondervinden.
De huidige samenleving vraagt juist om meer maatwerk, terwijl het wetsontwerp juist minder ruimte voor maatwerk biedt.

Ook de duur van de alimentatie is een reden voor het in dienen van dit wetsvoorstel. Ook al kan de VVR zich vinden in een verkorting van de alimentatieduur, het bepalen van een termijn is en blijft altijd discutabel en arbitrair.

Mede vanwege de hierboven genoemde diversiteit van samenlevingsvormen pleit de VVR voor het stellen van een maximum termijn. De rechter zou de ruimte moeten hebben – en ook gebruiken – om een juiste alimentatieduur vast te stellen afhankelijk van de omstandigheden en afspraken. Zo kan de rechter in een individueel geval rekening houden met de opleiding, de verdeling van zorgtaken en de arbeidsmarktperspectieven van de alimentatiegerechtigde.

Hierbij wil de VVR nog wijzen op het feit dat ‘slechts’ in een zesde van het aantal echtscheidingen sprake is van een partneralimentatie. Dit zijn nog geen 6.000 alimentatie uitspraken per jaar.

Omdat de concrete gevolgen van dit wetsvoorstel met name onrechtvaardig zullen uitvallen voor vrouwen, verzoekt de VVR u om aanpassing van het wetsvoorstel te overwegen.

Na ontvangst van het standpunt van de initiatiefnemers op de vele vragen van de Kamercommissie V&J, komt de VVR met een meer gedetailleerd standpunt.

Met vriendelijke groet,

namens de Vereniging voor Vrouw en Recht Clara Wichmann,

Joke Swiebel,
Voorzitter

brief vvr aan tk over initiatiefwetsvoorstel partneralimentatie in PDF