Verzoekster werkte als hulp in de huishouding en kwam in verweer tegen ontslag op staande voet (billijke vergoeding gevraagd) en verzocht daarnaast vergoeding wegens onregelmatige opzegging en nabetaling van loon. Ze was zeven dagen per week oproepbaar en werkte gemiddeld bijna 28 uur per week.
De kantonrechter van Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt vast dat er sprake was van een arbeidsovereenkomst, dat er geen dringende reden was voor ontslag op staande voet en dat dus een billijke vergoeding op zijn plaats is – de kantonrechter komt uit op € 3.000. Daarnaast een vergoeding wegens niet nakomen van de opzegtermijn (ruim € 3.000) en nabetaling van loon. Werkgeefster wordt veroordeeld in de proceskosten.