In de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant van 20 augustus 2021 werd een man veroordeeld wegens het mishandelen van zijn echtgenote en kinderen. De uitspraak is interessant omdat de rechtbank daarnaast de man ook specifiek veroordeelt voor het feit dat de mishandeling van de vrouw heeft plaatsgevonden in aanwezigheid van de kinderen, waardoor hij opzettelijk de gezondheid van de kinderen heeft benadeeld.
De rechtbank neemt expliciet in aanmerking dat alle kinderen de mishandelingen door hun vader van hen en van hun moeder hebben gezien. Hierbij wordt verwezen naar de definitie voor psychische mishandeling of emotionele verwaarlozing van kinderen die door het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) wordt gehanteerd. Het moet dan gaan om aanhoudende of extreme frustratie van elementaire emotionele behoeften van het kind, waaronder ongevoeligheid van de ouders met betrekking tot het ontwikkelingsniveau van het kind alsmede het uiten van bedreigingen (zonder verwondingen). Onder psychische mishandeling of emotionele verwaarlozing valt ook het getuige zijn van het kind van geweld tussen de ouders of een van de ouders en zijn/haar (ex)partner. De Jeugdwet en de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 definiëren kindermishandeling als: elke vorm van voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid staat, actief of passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel. Vormen hiervan zijn lichamelijke mishandeling, lichamelijke verwaarlozing, psychische mishandeling, psychische verwaarlozing, seksueel misbruik en getuige zijn van geweld in het gezin.
De rechtbank oordeelt dat psychische mishandeling kan worden aangemerkt als mishandeling in de zin van art. 300 lid 4 van het Wetboek van Strafrecht. In dit geval is er sprake van. De zeven opgroeiende kinderen zijn twee jaar lang getuige geweest van ernstig, stelselmatig huiselijk geweld. De kinderen groeiden op in een voor hen zeer onveilige en angstige situatie, met een aanmerkelijke kans op de benadeling van de (psychische) gezondheid van de kinderen. Het getuige zijn van huiselijk geweld wordt dus door de rechtbank gekwalificeerd als psychische mishandeling.
Een belangrijke uitspraak voor de strafrechtpraktijk!