Instantie: Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven, 22 december 1999

Instantie

Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven

Samenvatting


Seksueel misbruik door psychiater. Verzoekster werd behandeld wegens (onder
meer) incestverleden. Psychiater had gedurende behandelsessies meermalen
gemeenschap met haar. De strafzaak is geseponeerd wegens gebrek aan bewijs.
De Commissie oordeelt dat sprake is van een opzettelijk gepleegd
geweldsmisdrijf omdat de dader misbruik heeft gemaakt van zijn positie als
behandelaar (daarin zit het geweldsaspect), en kent aan verzoekster een
schadevergoeding toe van ƒ 2.179 materieel en ƒ 5.000 immaterieel.

Volledige tekst

Algemeen

Ingevolge artikel 3 van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven (hierna: de Wet)
kan een uitkering worden gedaan aan degene aan wie door een opzettelijk
gepleegd geweldsmisdrijf ernstig letsel is toegebracht.

Geweldsmisdrijf

Op grond van het onderzoek dat namens de Commissie Schadefonds
Geweldsmisdrijven (hierna: de Commissie) is ingesteld is aannemelijk geworden
dat jegens verzoekster in de periode van 1 april 1992 tot 10 februari 1994 te
A. opzettelijk een geweldsmisdrijf is gepleegd, waardoor aan haar ernstig
letsel is toegebracht.

De uitkering

Ingevolge artikel 4 van de Wet wordt de uitkering naar redelijkheid en
billijkheid bepaald. De uitkering beloopt ten hoogste het bedrag van de door
het letsel veroorzaakte schade. Voor materiële letselschade is de
maximum-uitkering ƒ 50.000, voor immateriële letselschade is de
maximum-uitkering ƒ 20.000 (voor misdrijven die zijn gepleegd vóór 1 januari
1994 zijn deze maxima ƒ 25.000 respectievelijk ƒ 10.000).

Materiële letselschade

minder inkomen ƒ 0
reizen en vervoer ƒ 250
verhuizing/beveiliging ƒ 0
rechtsbijstand ƒ 1344
ziekenhuisverblijf ƒ 560
huishoudelijke/gezinshulp ƒ 25
totaal ƒ 2179

Voor de Commissie is niet aannemelijk geworden dat verzoekster ten gevolge
van het letsel, dat op bovengenoemde tijd en plaats is toegebracht, andere
dan de hierboven vermelde materiële letselschade heeft geleden, welke voor
uitkering uit het Schadefonds vatbaar zou zijn.

Immateriële schade

immateriële schade ƒ 5000

Advies

De medisch adviseur heeft inlichtingen ingewonnen bij het Riagg.
Het Riagg is volledig op de hoogte van het seksueel misbruik. De Riagg
medewerkster heeft geen twijfels over verzoeksters verklaringen. Volgens de
medisch adviseur leveren de verklaringen van het Riagg een bijdrage aan de
aannemelijkheid van een seksueel misdrijf.

Toetsing

is het misdrijf gepleegd op Nederlands grondgebied? Ja
is betrokkene nabestaande in zin der wet? n.v.t.
is het misdrijf gepleegd na 1 jan 1973? Ja
misdrijf voor 1 jan 1994: n.v.t.
binnen 6 maanden ingediend?
misdrijf na 1 jan 1994:
binnen 3 jaar ingediend? Ja. Binnen drie jaar.
lijdt nabestaande schade? n.vt.
is er sprake van een opzettelijk gepleegd geweldmisdrijf? Ja
Op grond van het advies van de medisch adviseur, die concludeert dat de
verkregen inlichtingen, een bijdrage leveren aan de aannemelijkheid van een
seksueel misdrijf, stel ik voor een geweldsmisdrijf aannemelijk te achten.
Verzoekster zocht hulp bij haar psychiater i.v.m. het relatieproblemen en
vanwege het feit dat ze in het verleden seksueel is misbruikt. Dader heeft
misbruik gemaakt van zijn positie als behandelaar (hierin zit m.i. het
geweldselement). Verzoekster heeft meerdere malen aangegeven dat zij geen
seksuele relatie met dader wilde, maar dader heeft op verzoekster ingepraat
en heeft geen rekening gehouden met de gevoelens van verzoekster.
is er sprake van ernstig letsel? Ja
is er sprake van medeschuld? Nee
wordt de schade op andere wijze vergoed? Nee N.v.t. want dader wordt niet
vervolgd

kan betrokkene de schade zelf dragen? n.v.t.

Materiële schade

minder inkomen ƒ 0
reizen en vervoer ƒ 100 ƒ 250
verhuizing/beveiliging ƒ 11 000 ƒ 0
rechtsbijstand ƒ 1 372 ƒ 1344
ziekenhuisverblijf ƒ 560 ƒ 560
huishoudelijke/gezinshulp ƒ 25 ƒ 25
ƒ 2179

Toelichting

minder inkomen
Volgens de medische rapportages van de bedrijfsarts is verzoekster op 24
maart 1992 uitgevallen als gevolg van seksueel misbruik. Verzoekster werkte
sinds 1990 als produktiemedewerkster. Volgens de werkgever van verzoekster is
verzoeksters uitkering gedurende de eerste twee jaar na uitval volledig
aangevuld. Verzoekster is op dit moment voor 100% afgekeurd. Verzoeksters
laatstverdiende loon bedroeg ƒ 3121,60 bruto per 4 weken. Verzoekster
ontvangt sinds 24 maart 1994 een WAO-uitkering van (toen) ƒ 2.404,25 bruto
per 4 weken. Ik stel voor de volgende berekening te hanteren:
Schade jaar 1 (’92-’93): ƒ 0 (100% aanvulling)
Schade jaar 2 (’93-’94): ƒ 0 (100% aanvulling)
Schade jaar 3 (’94-’95): ƒ 6.546,53 (ƒ 3.121,60 – ƒ 2.404,25 =
ƒ 717,35 x 13 maanden x 1.08 x 65%)
Forfait (5-3) ƒ 13.093,07 (2 x ƒ 6.546,53)
+++++++++++++++++++++
Totaal ƒ 19.639,59

Cie. 20-12-1999: geen inkomstenderving: uitval was al voor het misdrijf.

reizen en vervoer
Reiskosten naar politieburo en Riagg. Tevens heeft verzoekster tijdens haar
opname iedere dag bezoek gehad van haar echtgenoot, aannemelijk.

verhuizing/beveiliging
Verzoekster verklaart verhuisd te zijn. Gelet op de aard van het misdrijf
acht ik geen causaal verband aanwezig tussen het misdrijf/letsel en de
verhuizing. Het misdrijf heeft namelijk niet in verzoeksters woning of
woonplaats plaatsgevonden. Derhalve stel ik voor deze schade verder buiten
beschouwing te laten.

rechtsbijstand
Verzoekster heeft van haar advocate een rekening van ƒ 1.372,02 gekregen
(gestaafd).
Volgens de urenspecificatie heeft de advocate in totaal 9 uur aan de zaak
besteed. Ik stel voor conform uw beleid 80% van het basisbedrag te vergoeden
(ƒ 1.308,48 + ƒ 35,25 = ƒ 1.343,73).

ziekenhuisverblijf
Verzoekster heeft in 1994 gedurende 8 weken op een Paaz-afdeling van het
ziekenhuis gelegen.

huishoudelijke/gezinshulp
Verzoekster heeft vóór haar opname korte tijd huishoudelijke hulp gehad omdat
ze het allemaal niet meer aan kon (gestaafd).

Immateriële schade

schaal IV ƒ 5000
++++++
ƒ 5000

Toelichting

schaal IV
Zedenmisdrijf met binnendringen, zonder geweld, gedurende langere periode.
Gelet op de frequentie van het misbruik en gelet op de afhankelijke positie
van verzoekster, stel ik voor een uitkering conform schaal 5 toe te kennen.
Cie. 20-12-1999: lagere immateriële schade. Veel van de klachten zijn
waarschijnlijk veroorzaakt door incest in de jeugd (in Turkije).

Totaal toe te kennen

wegens materiële schade ƒ 2179
wegens immateriële schade ƒ 5000
totaal ƒ 7179

Conclusie

Voorstel: Toewijzing.
Toelichting: Ik stel voor bovengenoemd bedrag uit te keren.
Clausule: Terugbetalen van hetgeen dader vergoedt.

(…)

Misdrijfgegevens

Tijdstip: In de periode van 1 april 1992 tot 10 februari 1994, 0:00 uur.
Plaats: A.
Locatie: Overig praktijk dader

Kwalificatie:
Artikel 249, ontucht met misbruik van gezag. seksueel misbruik met patient

Datum aangifte: 11 april 1994.

Toedracht:
Verzoekster verklaart misbruikt te zijn door haar psychiater (dader).
Verzoekster werd vanwege relatieproblemen en een incestverleden behandeld
door dader. Verzoekster werd in haar jeugd namelijk seksueel misbruikt door
verschillende mannelijke familieleden en buurmannen. Verzoekster heeft
hierdoor een afkeer van sex gekregen en wilde niet meer met haar echtgenoot
vrijen. Verzoekster heeft de Turkse nationaliteit en heeft erg veel moeite om
over haar seksuele problemen te praten. Tijdens de behandelsessies zei dader
dat hij verzoekster mooi vond en dat verzoekster meer liefde nodig had. Dader
zei tevens dat verzoeksters echtgenoot niets waard was en dat verzoekster
moest scheiden. Dader begon steeds meer op verzoekster in te praten. Dader
sloeg vaak zijn arm om verzoekster heen en riep dan ‘was ik maar jouw man’.
Verzoekster was tijdens de behandelingen regelmatig in tranen en kon op een
gegeven moment geen weerstand meer aan dader bieden en heeft tegen haar wil
meermalen gemeenschap met dader gehad.

Dader ontkent een seksuele relatie met verzoekster te hebben gehad.

Dadergegevens

Naam: G.
Geboortedatum: (…) 1965
Relatie met so: Gezagsverhouding
Strafzaak: Gebrek aan bewijs. Sepot 02
Vordering so: Nee
Toegewezen: ƒ
Reeds betaald: ƒ

Letselgegevens

Lichamelijk: Geen
Geestelijk: Depressief, concentratieproblemen en nachtmerries (verzoekster is
onder behandeling bij het Riagg)
MA: J.C.B.M. Rensing

Bij het bepalen van de hoogte van de uitkering wegens immateriële
letselschade heeft de Commissie rekening gehouden met de hoogte van
uitkeringen die aan andere verzoekers in vergelijkbare omstandigheden zijn
toegekend.

Beslissing

Op grond van het bovenstaande kent de Commissie aan verzoekster de navolgende
uitkering toe:

wegens materiële schade ƒ 2179
wegens immateriële schade ƒ 5000
totaal ƒ 7179

Bijzondere bepalingen

Ingevolge artikel 6, lid 1 van de Wet wordt geen uitkering toegekend voor
schade waarin op andere wijze is of kan worden voorzien. Het kan zijn dat
verzoekster voor de schade waarvoor een uitkering uit het fonds is toegekend,
inmiddels andere betalingen heeft ontvangen of dat zij deze alsnog zal
ontvangen, bijvoorbeeld verzekeringsuitkeringen, vergoedingen door de dader
of betalingen op grond van een aan de dader opgelegde
schadevergoedingsmaatregel. Deze betalingen moeten onverwijld aan de
Commissie worden gemeld. De Commissie zal in dat geval onderzoeken of
verzoekster een bedrag aan het Schadefonds moet terugbetalen en zal hierover
een nadere beslissing nemen. Over bedragen die op grond van een
schadevergoedingsmaatregel door Justitie worden geïncasseerd, wordt de
Commissie ook ambtshalve geïnformeerd.

(…)

Rechters

Mr. Jalink