Bussemaker torpedeert abortusboot
Rond 21 april 2007 lekte uit dat staatssecretaris Bussemaker van VWS Women on Waves, beter bekend als de abortusboot, een vergunning zou geven voor haar mobiele abortuskliniek. Meteen schoten Christen Unie en SGP in de stress en sommeerden de staatssecretaris naar de Tweede Kamer. Het lek moet op het ministerie of bij politieke partijen worden gelokaliseerd, want Women on Waves reageerde aanvankelijk niet te kunnen reageren omdat ze de beschikking nog niet gezien hadden. Toen kennis genomen kon worden van de beschikking (d.d. 23 april 2007!) bleek dat in de praktijk geen sprake is van een vergunning. De werkzaamheden van Women on Waves lijken effectief getorpedeerd, althans voorlopig. Door staatssecretaris Bussemaker (PvdA), die overal stelt dat ze er voor zorgt zal dragen dat er in de praktijk niets ten nadele zal veranderen in de abortushulpverlening.
Women on Waves heeft al begin 2001 een abortusvergunning aangevraagd. Die werd een jaar later geweigerd (door Paars 2). Bezwaar leverde niets op, maar in juni 2004 vond de Rechtbank het beroep gegrond: de Minister moest een nieuw besluit nemen (LJN: AP1251, Rechtbank Amsterdam, AWB 02/3538). Dit keer vertraagde het departement niet (eerder werden allerlei termijnen overschreden): al in juli werd alsnog een vergunning verleend, maar onder de restrictie dat de behandelingen binnen een straal van 25 km van het ziekenhuis waarmee een overeenkomst was afgesloten zouden plaatsvinden. Die restrictie vloeit niet voort uit Wet Afbreking Zwangerschap (WAZ) of Besluit Afbreking Zwangerschap (BAZ) – andere abortusklinieken hebben een overeenkomst met een verder weg gelegen ziekenhuis. Nu vond de rechtbank het beroep niet gegrond (maart 2005), maar de Raad van State wel in mei 2006 (LJN: AW7365, Raad van State, 200503100/1). De Minister moest opnieuw een besluit nemen, met in acht neming van wat de RvS vond.
Bijna een jaar later is het departement zover: de beperkende voorwaarde wordt veralgemeniseerd voor Women on Waves – altijd moet er een samenwerkingsovereenkomst zijn met een ziekenhuis binnen een straal van 25 km. Die vereiste samenwerkingsovereenkomsten gaan veel verder dan wat het BAZ voorschrijft. Daarnaast wordt de vergunning slechts verleend voor een abortus met behulp van de abortuspil voor zwangerschappen tot zeven weken. Zo wordt via de achterdeur een tot dusver niet bestaande categorie met beperkte abortusvergunning ingevoerd. Voorts worden nog enige beperkende voorwaarden gesteld (waar de pers nog geen aandacht voor had).
Ten opzichte van de nadagen van Paars 2 in 2002 is Women on Waves er slechter aan toe. Toen hadden ze de verzekering van de Minister dat ze weliswaar geen abortusvergunning kregen maar wel overtijdbehandelingen mochten uitvoeren (4 à 5 dagen korter dan de zeven weken grens in de huidige vergunning) waar dan ook de Nederlandse rechtsregels van toepassing zijn (dus ook buiten territoriale wateren). In de nabije toekomst moeten ze voor nagenoeg dezelfde behandeling een overeenkomst sluiten op allerlei gedetailleerde punten met een lokaal ziekenhuis in een ander land. Als dat kon hadden ze waarschijnlijk niet hoeven uit te varen. De mogelijkheid om hier in Nederland te gaan behandelen wordt ook verkleind, vanwege de beperking van zeven weken.
Met de nieuwe vergunning wordt geen recht gedaan aan de uitspraak van de Raad van State. Dat niet alleen zuur voor Women on Waves en voor de vrouwen die zij nu niet kunnen bijstaan. Het is ook een illustratie van het knagen aan de grondbeginselen van de rechtsstaat door bestuurders, die prioriteit geven aan politieke overleving boven die grondbeginselen. Diezelfde bestuurders die toelaten (en goedpraten) dat als burgers het wagen bezwaar en beroep aan te tekenen de Staat keer op keer voorgeschreven termijnen overschrijdt. Als de burger die termijnen overschrijdt wordt dat onmiddellijk aangegrepen om een niet-ontvankelijkheidsverklaring te krijgen.
Dat een staatssecretaris met de mond vol over niet veranderen van de abortuspraktijk, hiervoor tekent is veelzeggend. Haar lafheid staat in schril contrast met de moed van Minister Borst in 2002 toen die verklaarde dat Women on Waves overtijdbehandelingen mocht uitvoeren. Borst was toen demissionair en wie weet scheelt dat een slok op een borrel.
Dat neemt niet weg dat Bussemaker tekent voor allerlei beperkingen die niet noodzakelijkerwijs uit WAZ, BAZ of uit de jurisprudentie (of zelfs maar coalitieaccoord) voortvloeien. Waarom? Zou ze echt denken dat een kabinet kan vallen over abortus?
Leontine Bijleveld