Instantie
Rechtbank ‘s-Gravenhage
Samenvatting
Een 68-jarige pastoor heeft zich sinds 1993 meermalen schuldig gemaakt
aan verkrachting van de thans veertienjarige dochter van vrienden. Dit
gebeurde als het meisje bij hem kwam logeren. In augustus 1997 vertelt
het meisje haar verhaal aan de politie. De rechtbank oordeelt dat de pastoor
haar lichamelijke integriteit op ernstige wijze heeft geschonden. De rechtbank
rekent het de verdachte in hoge mate aan dat hij ernstig misbruik heeft
gemaakt van het overwicht dat hij uit hoofde van zijn ambt als pastoor
en zijn rol als een soort grootvader binnen het gezin had. Ook bezigde
hij dreigende taal tegenover het meisje en dwong haar op die wijze bij
hem te komen. Verdachtes handelwijze kan voor het meisje ernstige psychische
schade tot gevolg hebben. Bij de verdachte blijkt weinig inzicht te bestaan
in het laakbare van zijn handelingen. Hij beroept zich erop dat hij – vanuit
zijn achtergrond en celibataire leefwijze – nauwelijks weet heeft van –
of woorden voor seksueel getinte handelingen. Uit een verklaring van een
oud- leerling van verdachte, waarvan de inhoud door de verdachte als juist
is erkend en uit verdachtes eigen verklaringen blijkt evenwel dat verdachte
wel degelijk kennis draagt van seksuele processen bij zichzelf en anderen.
De rechtbank heeft acht geslagen op een door een psychiater opgemaakt rapport,
dat als conclusie inhoudt dat de feiten aan de verdachte volledig kunnen
worden toegerekend en dat het met het oog op voorkomen van herhaling wenselijk
lijkt verdachte onder actief toezicht van reclassering te stellen. De rechtbank
neemt voormelde conclusie over. De rechtbank heeft de pastoor veroordeeld
tot achttien maanden gevangenisstraf, waarvan zes maanden voorwaardelijk,
wegens verkrachting. Het wordt de verdachte verboden, in het kader van
een bijzondere voorwaarde, contact met het slachtoffer op te nemen.
Volledige tekst
De terechtzitting
Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 2 december 1997.
De verdachte, bijgestaan door de raadsman mr J.W. Landman, advocaat te
Leiden, is verschenen en gehoord.
De officier van justitie mr Horstman heeft gevorderd dat verdachte terzake
van het hem bij dagvaarding onder 1 primair en 2 primair telastegelegde
wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden,
met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht,
waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere
voorwaarde dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen
naar de voorschriften hem te geven door of namens de Stichting Reclassering
Nederland, alsook dat hij zich gedurende de proeftijd zal onthouden van
enig contact met het slachtoffer D.
De officier van justitie heeft voorts gevorderd dat de blijkens de lijst
van Inbeslaggenomen voorwerpen, verder te noemen Beslaglijst, waarvan een
fotokopie, gemerkt C, aan dit vonnis is gehecht, onder verdachte inbeslaggenomen
voorwerpen aan hem zullen worden teruggegeven.
De telastelegging
Aan verdachte is telastegelegd hetgeen is vermeld in de hierna weergegeven
fotokopieën van de dagvaarding en van de vordering wijziging telastelegging,
gemerkt A, A1 en A2.
Vrijspraak
De rechtbank acht door het onderzoek ter terechtzitting niet wettig en
overtuigend bewezen hetgeen verdachte bij dagvaarding onder 1 primair,
subsidiair, meer subsidiair en meest subsidiair is telastegelegd, zodat
hij daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Dagvaarding van verdachte
Sector: 73
Parketnr: 09/030402-97
Volgnr:
Aan:
Naam: S
Voornamen: RC
geboren op: 14 september 1929 te Hoorn
wonende te: Leiden
verblijvende: (…)
adres: Noordsingel 115
Hierbij dagvaard ik u om als verdachte te verschijnen op dinsdag 02 december
1997, te 11.15 uur, ter terechtzitting van de meervoudige strafkamer in
de arrondissementsrechtbank te ‘s-Gravenhage, Prins Clauslaan 60, teneinde
terecht te staan terzake van hetgeen hieronder is omschreven.
Ik verwijs naar de mededelingen onder 1, 3, 5, 6, 8, 9 en 10 op de achterzijde
van dit blad.
De officier van Justitie,
Aan de bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt tenlastegelegd dat
1.
hij op meerdere tijdstippen, althans op enig tijdstip, in de periode van
1 januari 1993 tot 5 oktober 1995 te Rijpwetering, gemeente Alkemade, en/of
elders in Nederland door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of
bedreiging met geweld of (een) ander feitelijkhe(i)d(en) een meisje, genaamd
D heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en)
uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam
van die D hebbende verdachte (telkens) haar borsten en/of haar vagina gelikt
en/of zijn tong en/of zijn penis in de mond van die D geduwd/gebracht en/of
(een of meer van) zijn vingers en/of zijn penis in haar vagina geduwd en
bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging
met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) (telkens) hierin dat verdachte
die D de volgende woorden heeft toegevoegd: “Als ik je opbel kom je” en/of
“Je doet wat ik je zeg, anders vermoord ik je”, althans woorden van gelijke
(dreigende) aard en/of strekking, en/of die D met lichamelijke en/of geestelijke
overmacht, voortvloeide uit de feitelijke verhouding volwassene-kind, heeft
overrompeld en/of die D naar een slaapkamer en/of op een bed heeft geduwd
en/of die D op dat bed heeft vastgebonden en/of een doek voor haar ogen
heeft gebonden, en (aldus) voor die D een bedreigende situatie heeft doen
ontstaan;
art 242 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair indien, het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij op meerdere tijdstippen, althans op enig tijdstip, in de periode van
1 januari 1993 tot 5 oktober 1995, te Rijpwetering, gemeente Alkemade,
en/of elders in Nederland met een meisje, genaamd D, die toen de leeftijd
van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handeling(en) heeft
gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen
van het lichaam van die D hebbende verdachte (telkens) zijn, verdachtes,
penis en/of (een of meer van) zijn vingers in de vagina van die D geduwd/gebracht
en/of zijn tong en/of penis in de mond van die D geduwd/gebracht;
art. 244 Wetboek van Strafrecht
meer subsidiair, indien vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij op meerdere tijdstippen, althans op enig tijdstip, in de periode van
1 januari 1993 tot 5 oktober 1995, te Rijpwetering, gemeente Alkemade,
en/of elders in Nederland
door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld
of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) een meisje, genaamd D, heeft gedwongen
tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande
uit het betasten uit het betasten en/of strelen, althans aanraken, van
haar borsten en/of haar vagina en/of het zoenen en/of likken van haar borsten
en/of haar vagina en/of het zich -door die D- laten aftrekken en/of tongzoenen
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging
met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) (telkens) hierin dat verdachte
die D de volgende woorden heeft toegevoegd: “Als ik je opbel kom je” en/of
“Je doet wat ik je zeg, anders vermoord ik je”, althans woorden van gelijke
(dreigende) aard en/of strekking, en/of die D met lichamelijk en/of geestelijke
overmacht, voortvloeide uit de feitelijke verhouding volwassene-kind, heeft
overrompeld en/of die D naar een slaapkamer en/of op een bed heeft geduwd
en/of die D op dat/een bed heeft vastgebonden en/of een doek voor haar
ogen heeft gebonden;
art. 246 Wetboek van Strafrecht
meest subsidiair, indien, het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht
of zou kunnen leiden:
hij op meerdere tijdstippen, althans op enig tijdstip, in de periode van
1 januari 1993 tot 5 oktober 1995, te Rijpwetering, gemeente Alkemade,
en/of elders in Nederland
met een meisje, genaamd D, geboren op 5 oktober 1983, dat toen de leeftijd
van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige
handeling(en) heeft gepleegd, bestaande (telkens) uit het betasten en/of
strelen, althans aanraken, van haar borsten en/of haar vagina en/of het
zich -door die D- laten aftrekken en/of tongzoenen;
art. 247 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op meerdere tijdstippen, althans op enig tijdstip, in de periode van
5 oktober 1995 tot en met 20 augustus 1997, te Rijpwetering, gemeente Alkemade,
en/of elders in Nederland door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en)
en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) een meisje,
genaamd D, heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en), die
bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die D hebbende
verdachte (telkens) haar borsten en/of haar vagina gelikt en/of zijn tong
en/of penis in de mond van die D geduwd/gebracht en/of (een of meer van)
zijn vingers en/of zijn penis in haar vagina geduwd en bestaande dat geweld
of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die
andere feitelijkhe(i)d(en) (telkens) hierin dat verdachte die D de volgende
woorden heeft toegevoegd: “Als ik je opbel kom je” en/of “Je doet wat ik
je zeg, anders vermoord ik je”, althans woorden van gelijke (dreigende)
aard en/of strekking, en/of die D met lichamelijk en/of geestelijke overmacht,
voortvloeide uit de feitelijke verhouding volwassene-kind, heeft overrompeld
en/of die D naar een slaapkamer en/of op een bed heeft geduwd en/of die
D op dat/een bed heeft vastgebonden en/of een doek voor haar ogen heeft
gebonden, en (aldus) voor die D een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
art. 242 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair, indien, het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij op meerdere tijdstippen, althans op enig tijdstip, in de periode van
5 oktober 1995 tot en met 20 augustus 1997, te Rijpwetering, gemeente Alkemade,
en/of elders in Nederland met een meisje, genaamd D, die de leeftijd van
twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt,
een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit
of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van
die D hebbende verdachte zijn, verdachtes, penis en/of (een of meer van)
zijn vingers in de vagina van die D geduwd/gebracht en/of zijn tong en/of
zijn penis in de mond van die D gebracht;
art. 245 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Meer subsidiair, indien, het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht
of zou kunnen leiden:
hij op meerdere tijdstippen, althans op enig tijdstip, in de periode van
5 oktober 1995 tot en met 20 augustus 1997, te Rijpwetering, gemeente Alkemade,
en/of elders in Nederland door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en)
en/of bedreiging met geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) een
meisje, genaamd D, heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een
of meer ontuchtige handeling(en) bestaande uit het betastenen/of strelen,
althans aanraken, van haar borsten en/of haar vagina en/of het zich -door
die D- laten aftrekken en/of tongzoenen en bestaande dat geweld of die
andere feitelijkhe(i)d(en) (telkens) hierin dat verdachte die D de volgende
woorden heeft toegevoegd: “Als ik je opbel kom je” en/of “Je doet wat ik
je zeg, anders vermoord ik je”, althans woorden van gelijke (dreigende)
aard en/of strekking, en/of die D met lichamelijk en/of geestelijke overmacht,
voortvloeide uit de feitelijke verhouding volwassene-kind, heeft overrompeld
en/of die D naar een slaapkamer en/of op een bed heeft geduwd en/of die
D op dat/een bed heeft vastgebonden en/of een doek voor haar ogen heeft
gebonden;
art. 246 Wetboek van Strafrecht
Meest subsidiair, indien, het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht
of zou kunnen leiden:
hij op meerdere tijdstippen, althans op enig tijdstip, in de periode van
5 oktober 1995 tot en met 20 augustus 1997, te Rijpwetering, gemeente Alkemade,
en/of elders in Nederland met een meisje, genaamd D, geboren op 5 oktober
1983, dat toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten
echt, een of meer ontuchtige heeft gepleegd, bestaande uit het betasten
en/of strelen, althans aanraken, van haar borsten en/of haar vagina en/of
het zich -door die D- laten aftrekken en/of tongzoenen;
art 247 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Vordering tot wijziging telastelegging
De officier van justitie in het arrondissement Den Haag gezien de dagvaarding
in de zaak tegen
Parketnummer: 030402-97
Naam: (…)
Voornamen: (…) (…)
Geboren op: (…) te Hoorn
Wonende te: (…)
Adres: (…)
van oordeel, dat de telastelegging als volgt behoort te worden gewijzigd
Zie bijlage
gezien art. 313 Wetboek van Strafvordering;
vordert, dat deze wijziging zal worden toegelaten.
Gedaan ter terechtzitting van het kantongerecht – de economische politierechter
de arromdissementsrechtbank te Den Haag.
Plaats: Den Haag
Op: 2-12-97
Datum: 2-12-97
De officier van Justitie,
Handtekening,
Vordering wijziging telastelegging, parketnummer 030402-97
feit 1
primair: regel 18 na “gebonden” toevoegen: “en/of die D heeft beetgepakt
en/of tegen zich aan heeft geduwd”.
meer subsidiair: regel 7, na “vagina” toevoegen: “en/of haar schaamstreek/haar”
regel 17, na “gebonden” toevoegen “en/of die D heeft beetgepakt en/of tegen
zich aan heeft geduwd”.
meest subsidiair: regel 7, na “vagina” toevoegen: “en/of haar schaamstreek/haar”
feit 2
primair: regel 18 na “gebonden” toevoegen en/of die D heeft beetgepakt
en/of tegen zich aan heeft geduwd.”
meer subsidiair: regel 7, na “vagina” toevoegen: “en/of haar schaamstreek/haar”
regel 17, na “gebonden” toevoegen “en/of die D heeft beetgepakt en/of tegen
zich aan heeft geduwd”.
meest subsidiair: regel 7, na “vagina” toevoegen: “en/of haar schaamstreek/haar”
2.
hij op tijdstippen, in de periode van 5 oktober 1995 tot en met 20 augustus
1997, te Rijpwetering, gemeente Alkemade, door feitelijkhed(en) en/of bedreiging
met geweld een meisje, genaamd D, heeft gedwongen tot het ondergaan van
handeling(en), die mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van
het lichaam van die D hebbende verdachte (telkens) zijn tong in de mond
van die D gebracht en/of vingers in haar vagina geduwd en bestaande die
andere feitelijkhed(en) en/of die bedreiging met geweld hierin dat verdachte
die D de volgende woorden heeft toegevoegd: “Als ik je opbel kom je” en
“Je doet wat ik je zeg, anders vermoord ik je”, althans woorden van gelijke
(dreigende) aard en/of strekking, en die D met lichamelijk en geestelijke
overmacht, voortvloeide uit de feitelijke verhouding volwassene-kind, heeft
overrompeld en die D heeft beetgepakt en tegen zich aan heeft geduwd, en
(aldus) voor die D een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
art. 242 Wetboek van Strafrecht
De bewijsmiddelen
P.M.
De bewezenverklaring
Door de voormelde inhoud van vorenstaande bewijsmiddelen -elk daarvan,
ook in zijn onderdelen, gebruikt voor het bewijs van datgene waarop het
blijkens zijn inhoud betrekking heeft- staan de daarin genoemde feiten
en omstandigheden vast en is de rechtbank op grond daarvan tot de overtuiging
gekomen en acht zij wettig bewezen, dat verdachte de bij dagvaarding onder
2 primair vermelde feiten heeft begaan, met dien verstande, dat de rechtbank
bewezen acht -als hier ingelast beschouwt, zulks met verbetering van eventueel
in de telastelegging voorkomende type- en taalfouten, zoals weergegeven
in de bewezenverklaring, door welke verbetering verdachte niet in de verdediging
is geschaad- de inhoud van de telastelegging, zoals deze is vermeld in
de fotokopie daarvan, gemerkt B.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde en van de verdachte
Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat het na te melden
misdrijven oplevert.
Verdachte is deswege strafbaar, nu geen strafuitsluitingsgronden aannemelijk
zijn geworden.
Strafmotivering
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde
feiten, de omstandigheden, waaronder zij zijn begaan en de persoon en de
persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals van een en ander tijdens
het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Voorts wordt met betrekking tot de op te leggen deels onvoorwaardelijke
gevangenisstraf het volgende overwogen.
Verdachte heeft zich meermalen schuldig gemaakt aan verkrachting van D,
de thans 14-jarige dochter van vrienden, door haar te tongzoenen en door
een vinger in haar vagina te duwen. Dit gebeurde wanneer verdachte, als
D bij hem kwam logeren, bij haar in bed kroop en haar beetpakte en tegen
zich aanduwde. Ook heeft verdachte over D’s blote borsten gewreven.
Hij heeft haar lichamelijke integriteit op ernstige wijze geschonden.
Bovendien rekent de rechtbank het verdachte in hoge mate aan dat hij misbruik
heeft gemaakt van het overwicht dat hij uit hoofde van zijn ambt als pastoor
en zijn rol als een soort grootvader binnen het gezin van D had. Ook bezigde
hij dreigende taal tegenover D en dwong haar op die wijze bij hem te komen.
Verdachtes handelwijze kan voor het slachtoffer ernstige psychische schade
tot gevolg hebben. Bij verdachte lijkt, blijkens zijn deels vergoedelijkende
verklaringen en uitspraken weinig inzicht te bestaan in het laakbare van
zijn handelingen. Hij beroept zich erop dat hij -vanuit zijn achtergrond
en celibataire leefwijze- nauwelijks weet heeft van- of woorden van sexueel
getinte handelingen. Uit een verklaring van een oud leerling van verdachte,
waarvan de inhoud door verdachte als juist is erkend en uit verdachtes
eigen verklaringen blijkt evenwel dat verdachte wel degelijk kennis draagt
van sexuele processen bij zichzelf en anderen.
De rechtbank heeft acht geslagen op het omtrent verdachte door psychiater
De Man opgemaakte rapport, dat als conclusie inhoudt dat de feiten aan
verdachte volledig kunnen worden toegerekend en dat het met het oog op
het voorkomen van herhaling wenselijk lijkt verdachte onder actief toezicht
van de reclassering te stellen. Ook de reclassering geeft in haar rapportage
aan behandeling van verdachte, in nader overleg te bepalen, noodzakelijk
te achten.
De rechtbank neemt voormelde conclusie over en maakt die tot de hare. Aan
het voorwaardelijk strafdeel zal dan ook als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht
worden verbonden.
Ook acht de rechtbank het aangewezen verdachte te verbieden, in het kader
van een bijzondere voorwaarde, contact met het slachtoffer op te nemen.
Gelet op het vorenstaande, op verdachtes leeftijd, de omstandigheden dat
hij niet eerder met politie en justitie in aanraking is gekomen en dat
hij van de hem telastegelegde feiten deels wordt vrijgesproken, acht de
rechtbank een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden
duur passend en geboden.
Inbeslaggenomen voorwerpen
De rechtbank zal de teruggave aan verdachte gelasten van de blijkens de
Kennisgeving van Inbeslagneming inbeslaggenomen voorwerpen genummerd 1
tot en met 12.
De toepasselijke wetsartikelen
De artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 57 en 242 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
De rechtbank,
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte de bij dagvaarding
onder 1 primair, subsidiair, meer subsidiair en meest subsidiair telastegelegde
feiten heeft begaan;
spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart in voege als overwogen wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte
de bij de dagvaarding onder 2 primair telastegelegde feiten heeft begaan
en dat het bewezene uitmaakt:
verkrachting, meermalen gepleegd;
verklaart het bewezene en verdachte deswege strafbaar;
veroordeelt verdachte te dier zake tot:
gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden;
bepaalt, dat een gedeelte van die straf, groot 6 maanden niet
zal worden tenuitvoergelegd, zulks onder de algemene voorwaarde, dat de
veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op 2 jaar vastgestelde
proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
en onder de bijzondere voorwaarden:
-dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften
hem te geven door of namens de Stichting Reclassering Nederland, Unit Hollands-Midden,
zolang die instelling zulks nodig acht;
– dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal onthouden van enig
contact met D;
geeft hierbij opdracht aan bovengenoemde reclasseringsinstelling krachtens
het bepaalde bij artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht;
bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze
uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht bij de uitvoering
van de hem onvoorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering
zal worden gebracht;
gelast de teruggave aan verdachte van de blijkens de aan dit vonnis gehechte
Beslaglijst inbeslaggenomen voorwerpen, genummerd 1 tot en met 12;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte bij dagvaarding meer of anders
is telastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard;
spreekst verdachte daarvan vrij.
Rechters
Mrs Le Clercq-Meijer, Kloosterhuis, Van den Berg