Wie was Clara Wichmann
De juriste Clara Wichmann leefde van 1885-1922. Zij heeft veel gepubliceerd over strafrecht, vrouwenemancipatie en antimilitarisme. De titel van haar dissertatie waarop zij in 1912 promoveerde luidt Beschouwingen over de historische grondslagen der tegenwoordige omvorming van het strafbegrip. Clara Wichmann zag het strafrecht niet als een manier waarop de gerechtigheid kan worden gediend. Integendeel, volgens haar was het bestaan van het strafrecht eerder een bewijs van de onvolmaaktheid van de samenleving. Zij wilde de vergelding geheel uitbannen. In 1919 werd mede door Clara Wichmann het ‘Comité van actie tegen de bestaande opvattingen omtrent Misdaad en Straf’ opgericht.
Tijdens haar rechtenstudie was zij actief in de vrouwenbeweging. Zij was voorzitter van de Utrechtsche Vrouwelijke Studenten Vereeniging en later lid van de Nederlandsche Bond voor Vrouwenkiesrecht. Na haar studie werkte ze bij de gerechtelijk-statistische afdeling van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Ook was ze als medewerkster verbonden aan de Internationale School voor Wijsbegeerte. Na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog richtte zij haar aandacht voornamelijk op de vredesbeweging. Zij werd actief in de Bond van Christen-Socialisten, de Bond van Religieuze Anarcho-Communisten en de Bond van Revolutionair Socialistische Intellectuelen.
In 1921 trouwde ze met de dienstweigeraar J. Meijer. In 1922 overleed Clara Wichmann, op 36-jarige leeftijd, enkele uren na de geboorte van haar dochtertje. Na haar dood heeft haar man veel van haar geschriften gebundeld en uitgegeven.
“Het grootste deel van het leven wordt beheerst door het vanzelfsprekende. Meestal zijn we ons er niet eens van bewust hoeveel van het leven traditie is, hoeveel van anderen overgenomen is, hoeveel van ons denken verstening van vroeger leven is, hoeveel navolging is zonder innerlijke waarheid. Toch drukt het loodzwaar op ieder mens en op de mensheid in haar geheel.
Wie in dat vanzelfsprekende blijft steken, wie nooit een stap buiten de betreden paden durft te gaan, wie niets meer wil dan het vol goede trouw aanhangen van tradities en het napraten van frasen kan alle goede eigenschappen ter wereld hebben, maar één ding ontbreekt: moed. De geestelijke moed om te kiezen voor het zelfdoorleefde boven het door-anderen-voorgekauwde, de moed zonder welke integriteit niet kan bestaan. Er bestaat een in geen enkel wetboek opgenomen misdrijf: dat van de gedachteloosheid.”
vrij naar Clara Wichmann, 1917
Bij de oprichting van de VVR is de dochter van Clara Wichmann, Hetty Passchier-Meijer (1922-2012), tot erelid van de vereniging benoemd.